Hier en nu: Samenvatting
Thema | Indicator | Positie in de Europese Unie | Positie in EU-ranglijst | Trend (2017-2024) | Ontwikkeling |
---|---|---|---|---|---|
Subjectief welzijn | Tevredenheid met het leven | 2023: 1e van 19 | Hoog | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Subjectief welzijn | Ervaren regie over het eigen leven | 2017: 3e van 27 | Hoog | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Materiële welvaart | Mediaan besteedbaar inkomen | 2023: 5e van 27 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2022-2023) |
Materiële welvaart | Individuele consumptie | 2024: 2e van 14 | Hoog | Stijging brede welvaart | Stijging brede welvaart (2023-2024) |
Gezondheid | Gezonde levensverwachting mannen | 2022: 16e van 27 | Midden | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Gezondheid | Gezonde levensverwachting vrouwen | 2022: 25e van 27 | Laag | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Gezondheid | Overgewicht bij volwassenen | 2019: 5e van 26 | Hoog | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Arbeid en vrije tijd | Langdurige werkloosheid | 2023: 1e van 27 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2023-2024) |
Arbeid en vrije tijd | Nettoarbeidsparticipatie | 2023: 1e van 27 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2023-2024) |
Arbeid en vrije tijd | Hoogstbehaald onderwijsniveau: hbo, wo | 2023: 7e van 27 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2023-2024) |
Arbeid en vrije tijd | Tevredenheid met vrije tijd | 2022: 6e van 26 | Hoog | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Arbeid en vrije tijd | Tijdverlies door files en vertraging | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Geen verandering | Geen verandering (2022-2023) |
Arbeid en vrije tijd | Tevredenheid met werk (werknemers) | 2017: 7e van 27 | Hoog | Onvoldoende data(kwaliteit) | Stijging brede welvaart (2022-2023) |
Wonen | Mediane woonquote (huur en koop) | 2023: 23e van 27 | Laag | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2021-2022) |
Wonen | Thuiswonende jongvolwassenen (25-29 jaar) | 2023: 4e van 27 | Hoog | Daling brede welvaart | Geen verandering (2023-2024) |
Wonen | Tevredenheid met woning | 2017: 8e van 27 | Midden | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Samenleving | Contact met familie, vrienden of buren | 2023: 2e van 19 | Hoog | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Samenleving | Inspraak en verantwoordingsplicht | 2023: 5e van 27 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2022-2023) |
Samenleving | Vertrouwen in instituties | 2023: 3e van 19 | Hoog | Geen verandering | Stijging brede welvaart (2023-2024) |
Samenleving | Vertrouwen in andere mensen | 2023: 2e van 19 | Hoog | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2023-2024) |
Samenleving | Ontwikkeling normen en waarden | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Samenleving | Vrijwilligerswerk | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Veiligheid | Vaak onveilig voelen in de buurt | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Geen verandering | Geen verandering (2021-2023) |
Veiligheid | Slachtofferschap van traditionele criminaliteit | 2023: 13e van 19 | Midden | Geen verandering | Daling brede welvaart (2021-2023) |
Milieu | Beheerde landnatuur in Natuurnetwerk Nederland | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2022-2023) |
Milieu | Kwaliteit van zwemwater binnenwateren | 2023: 17e van 25 | Midden | Geen verandering | Geen verandering (2023-2024) |
Milieu | Stikstofdepositie en landnatuur | Onvoldoende data(kwaliteit) | Geen data | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2022-2023) |
Milieu | Stedelijke blootstelling aan fijnstof (PM2,5) | 2019: 8e van 26 | Midden | Stijging brede welvaart | Geen verandering (2022-2023) |
Milieu | Milieuproblemen | 2023: 19e van 26 | Midden | Geen verandering | Daling brede welvaart (2023-2024) |
Brede welvaart 'hier en nu' gaat over de kwaliteit van leven en van de leefomgeving van de mensen die op dit moment in Nederland wonen. Brede welvaart ‘hier en nu’ wordt beschreven aan de hand van acht thema’s, namelijk subjectief welzijn, materiële welvaart, gezondheid, arbeid en vrije tijd, wonen, samenleving, veiligheid, en milieu.
Uitleg dashboard, kleuren en noten
De brede welvaart ‘hier en nu’ is groot vergeleken met andere EU-landen en is over het algemeen stabiel of stijgend. De meeste Nederlands zijn tevreden met hun leven en met aspecten daarvan zoals werk, vrije tijd en wonen. De financiële middelen van huishoudens nemen toe. De armoede neemt af en is laag vergeleken met andere EU-landen. Wel stijgt het aandeel huishoudens met problematische schulden. Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn de mogelijkheden om te werken groot maar dit leidt niet tot hogere financiële beloningen. Een steeds groter aandeel werkenden ervaart psychische vermoeidheid door werk. Het aantal beschikbare woningen neemt al decennialang toe. Toch heerst er spanning op de woningmarkt: het aanbod voorziet niet in de totale behoefte, en er zijn zorgen over de betaalbaarheid van de schaarse woonruimte. De kwaliteit van de leefomgeving gaat in sommige opzichten vooruit maar niet eerder hadden zoveel mensen last van milieuproblemen en blijft er druk op de natuur.
Subjectief welzijn
Iets minder dan de helft van de bevolking (48,2 procent in 2024) heeft het gevoel in hoge mate zelf regie te hebben over het eigen leven. Toch is de tevredenheid met het leven in Nederland in zijn algemeenheid groot. In 2024 gaf 85,3 procent van de bevolking hun eigen leven een rapportcijfer van 7 of hoger. Nederland heeft bij beide indicatoren voor subjectief welzijn een hoge positie binnen de EU. De meeste Nederlanders zijn ook tevreden met deelaspecten van het leven, zoals werk, vrije tijd en wonen.
Materiële welvaart
Het mediaan besteedbaar inkomen van huishoudens en de individuele consumptie horen bij de hoogste in de EU27, en nemen trendmatig toe.
Het aandeel van economisch kwetsbare groepen in de bevolking, zoals werklozen en mensen zonder startkwalificatie op de arbeidsmarkt, daalt trendmatig. Wel was de werkloosheid in 2024 hoger dan in 2023. De relatieve armoede op basis van de Europese armoedegrens is stabiel en vergeleken met andere EU-landen laag. Uitgaande van de Nederlandse armoededefinitie nemen zowel het aandeel arme kinderen als het aandeel langdurig armen trendmatig af.
In 2024 maakte 26,1 procent van de bevolking zich veel zorgen over de eigen financiële toekomst. Op 1 januari 2024 was 8,9 procent van de huishoudens in beeld bij instanties wegens geregistreerde problematische schulden.
In 2023 steeg de koopkracht van de doorsnee Nederlandse bevolking. Vooral huishoudens met lagere inkomens hadden in 2023 baat bij koopkrachtverhogende maatregelen.
Gezondheid
Nederlanders leven relatief gezond. Vergeleken met de andere landen van de EU hebben weinig Nederlanders overgewicht, drinken ze weinig alcohol en rookt een klein deel tabaksproducten.
Ondanks de relatief gezonde leefstijl is de gezonde levensverwachting van mannen gemiddeld en die van vrouwen laag vergeleken met de rest van de EU. De gezonde levensverwachting van vrouwen is ook laag vergeleken met die van de mannen in Nederland. Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen maar brengen een groter deel van hun leven door in minder goede gezondheid.
In 2024 beoordeelde 76,6 procent van de Nederlanders de eigen gezondheid als goed of zeer goed. Meer dan vier miljoen Nederlanders ervaren hun gezondheid dus als minder dan goed. In 2024 kampte 4,5 procent van de bevolking als gevolg van problemen met de gezondheid langdurig met ernstige beperkingen bij activiteiten die mensen gewoonlijk doen. Dit percentage daalt. Het deel van de bevolking dat gevoelens van angst en depressie ervaart neemt echter toe.
Arbeid en vrije tijd
Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn de mogelijkheden om te werken groot. Nergens anders in de EU is de arbeidsdeelname zo groot als in Nederland. De werkloosheid bleef laag, al was de werkloosheid iets hoger dan in 2023. Het deel van de beroepsbevolking dat kampt met langdurige werkloosheid (langer dan één jaar) is met 0,5 procent eveneens laag. Ook hier doet Nederland het relatief goed ten opzichte van andere EU-landen.
De grote vraag naar personeel is niet terug te zien in de financiële beloning voor werk. Het reële uurloon van werknemers is een van de hoogste in de EU maar was op zijn hoogst in 2009, uitgezonderd van de coronajaren 2020 en 2021. Het aandeel van de beloning van de arbeid van werknemers en zelfstandigen in het verdiende inkomen daalt trendmatig terwijl het aandeel van de winsten van bedrijven stijgt.
Driekwart van de bevolking was in 2024 (zeer) tevreden met de hoeveelheid vrije tijd. Ook de tevredenheid met het werk is in Nederland groot: 78,7 procent van de werknemers was in 2024 (zeer) tevreden. Vergeleken met andere EU-landen is dit veel. Ondanks deze hoge tevredenheid, ervaart een steeds groter deel van de werkenden psychische vermoeidheid door werk. Het aandeel mensen dat een disbalans ervaart tussen werk en privé loopt wel terug.
De krapte op de arbeidsmarkt is terug te zien in de trendmatige daling van de zorgen van werknemers over het behoud van hun baan. In 2024 is het aandeel dat zich zorgen maakt wel wat hoger dan in 2023. Het aandeel van de werkenden dat zelfstandig beslissingen kan nemen over de uitoefening van het werk groeit trendmatig. Er heeft wel een daling plaatsgevonden in 2024.
Wonen
86,7 procent van de Nederlanders was in 2024 (zeer) tevreden over de woning. Wonen wordt steeds duurder maar ondanks de prijsstijgingen geven huishoudens een steeds kleiner deel van hun inkomen uit aan de totale woonlasten. Vergeleken met andere EU-landen is het aandeel overigens wel groot. De ervaring van de zwaarte van de woonlasten verbetert echter trendmatig. In 2024 beschouwde zeven procent van de bevolking de woonlasten als erg zwaar. In 2023 had Nederland op dit gebied het laagste percentage binnen de EU.
Door ABF Research is voor 2024 een woningtekort geraamd van 5 procent van de woningvoorraad. Dit zijn ongeveer 400 duizend woningen. Een vijfde van de jongvolwassenen (25-29 jaar) woont nog in het ouderlijk huis. Dit percentage stijgt trendmatig, mede door de krapte op de woningmarkt, maar is wel veel lager dan in de meeste andere EU-landen.
De kwaliteit van woningen is over het algemeen goed. Sinds het begin van de metingen in 2005 gaf ieder jaar meer dan 80 procent van de inwoners aan dat hun woning geen ernstige gebreken had zoals een lekkend dak, rottende kozijnen of vochtige muren, of problemen met vloeren en funderingen. In 2024 is dit aandeel echter ten opzichte van 2023 met bijna 9 procentpunt gedaald, naar 76,3 procent. 2024 was een relatief nat jaar, wat vochtproblemen in de hand werkte.
Samenleving
De Nederlandse samenleving is sterk. In de EU27 staat Nederland in de top 5 bij contact met vrienden, familie of collega’s, inspraak en verantwoordingsplicht, vertrouwen in instituties, en vertrouwen in andere mensen. Het vertrouwen in andere mensen stijgt al jaren trendmatig. Er is voor het eerst sprake van een trendmatige stijging bij inspraak en verantwoordingsplicht.
Relatief veel mensen hebben sociale interacties, ongeveer de helft van de bevolking doet vrijwilligerswerk en een groeiend deel verleende in hun vrije tijd onbetaald hulp aan anderen buiten het eigen huishouden. De tevredenheid met het sociale leven is groot: bijna 80 procent van de bevolking is tevreden of zeer tevreden. Dit percentage is lager dan in het eerste jaar dat deze tevredenheid werd gemeten (83,5 procent in 2013) maar de trend is niet langer dalend.
Ongeveer twee derde van de bevolking heeft vertrouwen in andere mensen. Dit percentage stijgt trendmatig. Vergeleken met andere EU-landen voelen relatief veel mensen zich gediscrimineerd. In 2023 beschouwde 12 procent van de mensen van 15 jaar en ouder zich als lid van een gediscrimineerde groep. In 2024 vond ongeveer 20 procent van de volwassen bevolking dat normen en waarden de goede kant op gaan of gelijk blijven.
Het vertrouwen in instituties (in deze samenvattende indicator politie, rechters en Tweede Kamer) is, na drie jaar met een afname, van 2023 op 2024 toegenomen tot 62,9 procent. Tijdens de coronajaren vonden aanzienlijke fluctuaties plaats in het vertrouwen in instituties. In de eerste coronajaren was het vertrouwen uitzonderlijk hoog. In 2023 stabiliseerde het niveau maar het was lager dan voor corona. De toename in 2024 brengt het vertrouwen weer op het niveau van voor corona.
Veiligheid
In 2023 voelde 2,2 procent van de bevolking zich vaak onveilig in de eigen buurt. Dat is een relatief kleine groep die door de jaren heen vrij constant blijft. In 2023 gaf een op de vijf inwoners aan slachtoffer te zijn geworden van traditionele criminaliteit, waaronder geweld, inbraak, diefstal en vernieling. De relatieve sterfte door moord en doodslag is in Nederland lager dan in de meeste andere EU-landen.
Het percentage jonge mannen en vrouwen dat wel eens is gedwongen om seksuele dingen te doen die zij niet wilden is tussen 2017 en 2023 (bijna) verdubbeld: bij jongens van 2 naar 4 procent en bij meisjes van 12 naar 20 procent. In 2023 gaf 15,6 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder aan slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit.
De operationele sterkte van de politie (per 100 000 inwoners) neemt af. Het aandeel mensen dat vertrouwen heeft in de politie wordt juist groter. De kwaliteit van Nederlandse publieke instituties is hoog in vergelijking met die van andere EU-landen. De effectiviteit van het overheidsbestuur en de mate waarin de publieke sector als vrij van corruptie wordt beschouwd, nemen echter af. Wel hebben burgers steeds meer inspraak.
Milieu
De luchtkwaliteit van de leefomgeving verbetert door een daling van de stedelijke achtergrondconcentratie van fijnstof (PM2,5) en van de emissies van verzurende stoffen (zwaveloxide, stikstofoxide en ammonia). Toch had niet eerder zo’n groot deel van de bevolking (van 16 jaar en ouder) last van vuil en verontreiniging of andere milieuproblemen als in 2024 (17,4 procent). In vergelijking met andere EU-landen heeft een groot deel van de huishoudens hinder van geluidsoverlast door buren en verkeer. Dit aandeel neemt bovendien trendmatig toe.
Het aandeel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN)-areaal in het totale landoppervlak neemt trendmatig toe, al gaat het sinds 2017 zeer geleidelijk. De aanwezigheid van vogels in de stad neemt trendmatig af. Dit geldt ook voor de populaties boerenlandvogels en de Nederlandse landfauna. De kwaliteit van het oppervlaktewater is laag. Van de zoete oppervlaktewateren die beschermd zijn door de Kaderrichtlijn Water (KRW) had in 2024 slechts 5,1 procent een goede biologische kwaliteit en 0,0 procent was van voldoende chemische kwaliteit. De biodiversiteit die afhankelijk is van zoete oppervlaktewateren neemt wel trendmatig toe.