Samenleving
- Het vertrouwen in instituties is weer terug op het niveau van voor corona.
- Ongeveer tweederde van de bevolking heeft vertrouwen in andere mensen. Dit percentage stijgt en is groot vergeleken met andere EU-landen.
- Vergeleken met andere EU-landen voelen relatief veel mensen zich gediscrimineerd.
- Een op de vijf mensen vindt dat normen en waarden de goede kant op gaan, of dat deze tenminste gelijk blijven.
Samenleving
in EU
in 2023
in EU
in 2023
in EU
in 2023
in EU
in 2023
Thema | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Samenleving | Contact met familie, vrienden of buren | 72,0% heeft gemiddeld minstens 1 keer per week om sociale redenen contact in 2024 | 2e van 19 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Samenleving | Inspraak en verantwoordingsplicht | 1,56 score op schaal van -2,5 (zwak) tot (2,5) deugdelijk in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 5e van 27 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst |
Samenleving | Vertrouwen in instituties | 62,9% van de bevolking van 15+ heeft (heel veel of tamelijk veel) vertrouwen in 2024 | 3e van 19 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst | |
Samenleving | Vertrouwen in andere mensen | 66,1% van de bevolking van 15+ vindt de meeste mensen te vertrouwen in 2024 | stijgend (stijging brede welvaart) | 2e van 19 in 2023 | bovenste kwart van de ranglijst |
Samenleving | Ontwikkeling normen en waarden | 20,2% van de bevolking van 18+ vindt dat ze de goede kant op gaan of gelijk blijven in 2024 | |||
Samenleving | Vrijwilligerswerk | 49,5% van de bevolking van 15 jaar en ouder deed georganiseerd vrijwilligerswerk in 2024 |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Het aandeel van de bevolking dat minstens eenmaal per week familie, vrienden of buren ontmoet, daalt niet langer trendmatig. In 2024 ging het om 72 procent van de bevolking. Alleen in Portugal had een groter deel van de mensen om sociale redenen contact (met familie, vrienden of collega's). SDG 10.1 Sociale samenhang en ongelijkheid laat verder nog zien dat de tevredenheid met het sociale leven groot is: bijna 80 procent van de bevolking is tevreden of zeer tevreden. Dit percentage is lager dan in het eerste jaar dat deze tevredenheid werd gemeten (83,5 procent in 2013) maar de trend is niet langer dalend.
Ongeveer de helft van de bevolking deed in 2024 georganiseerd vrijwilligerswerk en een groeiend percentage van de bevolking (van 15 jaar en ouder) verleende in hun vrije tijd onbetaald (informele) hulp aan anderen buiten het eigen huishouden. Er is een uitruil tussen de voor werk benodigde tijd, en ruimte voor zaken waaraan de ‘vrije’ tijd besteed wordt. In 2024 vond 7,2 procent van de werkenden dat werk en privé niet goed in balans zijn. In geen enkel EU-land is deze groep zo klein als in Nederland en het aandeel daalt trendmatig. Ondanks de hoge nettoarbeidsparticipatie behoort het aantal feitelijk gewerkte uren per werkende per week hier tot het laagste van de EU.
Grotere sociale participatie leidt tot meer vertrouwen van mensen in elkaar en in belangrijke instituties, waaronder de overheid. Ongeveer tweederde van de bevolking van 15 jaar en ouder heeft vertrouwen in andere mensen. Dit percentage stijgt en het vertrouwen is groot vergeleken met andere EU-landen. Nederland stond in 2023 op de tweede plaats, na Finland. Een derde van de Nederlandse bevolking heeft minder vertrouwen in andere mensen. Daarnaast voelen relatief veel mensen zich gediscrimineerd. In 2023 beschouwde 12 procent van de mensen van 15 jaar en ouder zich als lid van een gediscrimineerde groep. Dit is ongeveer evenveel als in 2020 en het op-een-na hoogste percentage van de 19 EU-landen waarvoor de vergelijking mogelijk is. Gedeelde normen en waarden bevorderen de sociale cohesie en werken als lijm in de samenleving. In 2024 vond ongeveer 20 procent van de volwassen bevolking dat normen en waarden de goede kant op gaan of gelijk blijven. Van de overige mensen vond 35 procent dat ze duidelijk de verkeerde kant op gaan en 44 procent dat ze iets meer de verkeerde dan de goede kant op gaan.
Het vertrouwen in instituties (in deze samenvattende indicator politie, rechters en Tweede Kamer) is van 2023 op 2024 toegenomen tot 62,9 procent. Tijdens de coronajaren vonden aanzienlijke fluctuaties plaats in het vertrouwen in instituties. In de eerste coronajaren was het vertrouwen uitzonderlijk hoog. In 2023 stabiliseerde het niveau maar was het lager dan voor corona. De toename in 2024 brengt het vertrouwen weer op het niveau van voor corona. In SDG 16.2 Instituties wordt in detail op de verschillende instituties ingegaan. De mate waarin burgers in een land in staat zijn invloed uit te oefenen op de samenstelling van de regering en de mate waarin er vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering en persvrijheid is in hun land nemen weer trendmatig toe. Vergeleken met de andere EU-landen is de mate van inspraak en verantwoordingsplicht hoog.