Verdeling: Subjectief welzijn

Subjectief welzijn gaat over hoe mensen hun leven waarderen. Het gaat om tevredenheid met het leven als geheel en met specifieke aspecten van het leven. Het gaat ook om positieve en negatieve gevoelens die mensen ervaren en de mate waarin ze het gevoel hebben dat hun leven doel en betekenis heeft. Subjectief welzijn wordt sterk bepaald door de mate waarin mensen regie over hun leven ervaren. De verschillen tussen bevolkingsgroepen worden gemeten met de tevredenheid met het leven.

Subjectief welzijn – of het welbevinden van de bevolking – is een belangrijk aspect van brede welvaart, omdat het sterk verweven is met de kwaliteit van leven. Informatie over het welbevinden van mensen geeft inzicht in hoe zij hun eigen leven in het algemeen waarderen, dus relatief los van objectieve maatstaven zoals inkomen of positie op de arbeidsmarkt.

  • 18- tot 35-jarigen, mensen met basisonderwijs of een vmbo-diploma en mensen die zelf in een land buiten Nederland zijn geboren, zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met hun leven.
  • Volwassenen van 65 jaar of ouder, hbo’ers en universitair geschoolden en mensen die zelf in Nederland zijn geboren en waarvan de beide ouders dat ook zijn, zijn vaker dan gemiddeld tevreden met het leven.
  • Het totale aandeel mensen dat aangeeft tevreden te zijn met het leven is in 2024 2 procentpunt lager dan in 2019. Bij de jongste leeftijdsgroep (18 tot 25 jaar) was de daling, met bijna 8 procentpunten, aanmerkelijk sterker dan gemiddeld.

Tevredenheid met het leven

Situatie in 2024

In 2024 zei 85,3 procent van de volwassenen in Nederland tevreden te zijn met hun leven. 12,0 procent was niet tevreden en niet ontevreden en een relatief kleine groep van 2,7 procent zei ontevreden met het leven te zijn.

  • 18- tot 25-jarigen zijn minder vaak tevreden met het leven dan de Nederlandse bevolking als geheel. Onder hen geeft 78,5 procent aan tevreden te zijn met het leven. Volwassenen van 65 jaar of ouder zijn daarentegen vaker tevreden met het leven dan gemiddeld. Onder de 65- tot 75-jarigen geeft 88,8 procent aan tevreden te zijn met het leven, onder de 75-plussers is dat 87,6 procent.
  • Mensen met basisonderwijs of een vmbo-diploma zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met het leven. Hbo’ers en universitair geschoolden zijn juist bovengemiddeld vaak tevreden met het leven.
  • Mensen die in Nederland geboren zijn met ouders die ook in Nederland geboren zijn, zijn met 87,1 procent bovengemiddeld vaak tevreden over het leven. Inwoners die buiten Nederland geboren zijn, zijn minder vaak dan gemiddeld tevreden met het leven.

De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en herkomsthangen hangen met elkaar samen. Het percentage met een hbo- of wo-opleiding is bijvoorbeeld niet gelijk in elk van de leeftijdsgroepen. Door standaardisatie van de cijfers kan hiermee rekening gehouden worden: er wordt gecorrigeerd voor verschillen tussen groepen in genoemde kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers over de tevredenheid met het leven blijven bovenstaande conclusies over verschillen ten opzichte van het gemiddelde grotendeels in stand. 25- tot 35-jarigen blijken dan echter minder vaak dan gemiddeld tevreden te zijn met het leven.

Verschil tussen 2019 en 2024

Het totale aandeel mensen dat aangeeft tevreden te zijn met het leven is in 2024 2 procentpunten lager dan in 2019. Bij de jongste leeftijdsgroep (18 tot 25 jaar) was de daling sterker dan gemiddeld. In 2024 is het aandeel dat tevreden is met het leven in deze groep bijna 8 procentpunten lager dan in 2019.



Relevante links