SDG 7 Betaalbare en duurzame energie
- Het energieverbruik neemt af.
- Het aandeel hernieuwbare energie neemt toe.
- Het aandeel energiearme huishoudens daalt maar een groeiend aandeel huishoudens kan de woning niet voldoende verwarmen.
Het dashboard en de indicatoren
Middelen en mogelijkheden
in EU
in 2020
in EU
in 2024
in EU
in 2023
Gebruik
in EU
in 2023
in EU
in 2022
in EU
in 2023
Uitkomsten
in EU
in 2023
in EU
in 2024
Beleving
Thema | Indicator | Waarde | Trend | Positie in EU | Positie op EU-ranglijst |
---|---|---|---|---|---|
Middelen en mogelijkheden | Fossiele energiereserves A) | 0,2 terajoules per inwoner in 2024 | dalend (daling brede welvaart) | 10e van 12 in 2020 | onderste kwart van de ranglijst |
Middelen en mogelijkheden | Vulgraad gasopslag | 90,8% van de gasopslag is gevuld op 30 september in 2024 | 13e van 18 in 2024 | midden van de ranglijst | |
Middelen en mogelijkheden | Afhankelijkheid van energie-invoer | 68,9% van de energie komt uit import in 2024 | 20e van 27 in 2023 | midden van de ranglijst | |
Middelen en mogelijkheden | Investeringen hernieuwbare energie en besparingen A) | 1,6% van het bruto binnenlands product in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Middelen en mogelijkheden | Werkgelegenheid duurzame energiesector | 0,9% van de totale werkgelegenheid in 2023 | |||
Middelen en mogelijkheden | Aardgasarme woningen | 11,6% van het totaal aantal woningen is aardgasarm op 1 januari in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | ||
Gebruik | Totaal energieverbruik, per inwoner | 145,2 gigajoule in 2024 | dalend (stijging brede welvaart) | 22e van 27 in 2023 | onderste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Finaal energieverbruik woningen | 39,5 gigajoule in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Gebruik | Verbetering van energie-efficiëntie | 2,7% verbetering ten opzichte van een jaar eerder, in 2022 | stijgend (stijging brede welvaart) | 3e van 27 in 2022 | bovenste kwart van de ranglijst |
Gebruik | Energie-intensiteit van de economie | 92,0 kilogram olie-equivalenten per 1 000 euro bbp (prijzen 2015) in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | 8e van 27 in 2023 | midden van de ranglijst |
Uitkomsten | Hernieuwbare energie | 17,4% van het totale eindverbruik energie in 2023 | stijgend (stijging brede welvaart) | 20e van 27 in 2023 | midden van de ranglijst |
Uitkomsten | Energiearme huishoudens | 4,8% laag inkomen, gecombineerd met hoge energiekosten en/of niet goed geïsoleerd huis in 2023 | dalend (stijging brede welvaart) | ||
Uitkomsten | Energiequote huishoudens | 5,2% van het inkomen gaat op aan energie in 2023 | |||
Uitkomsten | Stroomstoringen | 24 minuten geen stroom als gevolg van storing per aansluiting in 2024 | |||
Uitkomsten | Vermogen de woning voldoende te verwarmen | 7,1% van de huishoudens kan de woning niet voldoende verwarmen in 2024 | stijgend (daling brede welvaart) | 11e van 14 in 2024 | onderste kwart van de ranglijst |
Beleving | Tevredenheid met totale dienstverlening huidige energieleverancier | 71% is (zeer) tevreden in 2024 | |||
Beleving | Tevredenheid met prijs huidige energieleverancier | 55% is (zeer) tevreden in 2024 |
Uitleg dashboard, kleuren en noten
Middelen en mogelijkheden betreffen de beschikbaarheid en productiekosten van energie en investeringen in duurzame energievoorzieningen. De investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparingen nemen toe. In 2023 ging het om 1,6 procent van het bbp. Investeringen in hernieuwbare energie en energiebesparingen betreffen hoofdzakelijk wind- en zonne-energie, isolatie, hergebruik en winning van warmte uit reststromen, zon, lucht, bodem of water, biomassa, en energiebesparende technieken, voor zowel huishoudens als bedrijven.
De duurzame-energiesector was in 2023 goed voor 0,9 procent van de totale werkgelegenheid. Het gaat zowel om bedrijven en instanties die duurzame energie produceren (exploitatiefase), als bedrijven die actief zijn in de ketens voor of na deze fase. Hieronder vallen ook activiteiten op het gebied van energiebesparing, hernieuwbare energiesystemen en het verduurzamen van fossiele energie (bijvoorbeeld CO2-afvang en opslag).
De huidige energievoorziening in Nederland is nog grotendeels gebaseerd op fossiele brandstoffen. Het is voor energieleveringszekerheid belangrijk dat er voldoende fossiele energiereserves en voorraden zijn. Gasvoorraden zijn bedoeld om tijdelijke onderbrekingen van de aanvoer of krapte door bijvoorbeeld koud weer snel te kunnen opvangen. Na de Russische inval in Oekraïne introduceerde de Europese Commissie een verplichte gasberging: op 1 november 2023 en 2024 moeten alle Europese lidstaten hun gasopslagen voor minstens 90 procent hebben gevuld. In 2024 waren de Nederlandse gasopslagen aan het begin van het stookseizoen voor 90,8 procent gevuld.
De olie- en gasreserves die vanuit economisch en maatschappelijk oogpunt als winbaar gezien worden, zijn de afgelopen jaren sterk afgenomen, tot 0,2 terajoules per inwoner in 2024. Besluiten over het gasveld in Groningen hebben een grote rol gespeeld in de afname. Voor het behalen van de klimaatdoelstellingen van SDG 13 Klimaatactie is de afbouw van de gaswinning in Groningen minder gunstig. Het Groningse gas heeft namelijk een relatief lagere CO2-voetafdruk dan alternatieven als aardgas uit Rusland of vloeibaar gas uit de Verenigde Staten.
De gasmarkt in de EU is inmiddels sterk verweven. Daarnaast hebben landen afgesproken elkaar te helpen bij schaarste. De energieafhankelijkheid van de EU als geheel is daarmee ook belangrijker geworden voor Nederland. In 2024 kwam 68,9 procent van de Nederlandse energie uit invoer. Tot 2017 was deze afhankelijkheid het grootst in 1970, met 51,5 procent. Sinds 2017 komt meer dan de helft van de energie uit invoer. De overgrote meerderheid van de Nederlandse huishoudens maakt voor verwarming, warm water en koken nog altijd gebruik van gas. Wel loopt het aandeel van aardgasarme woningen binnen de woningvoorraad gestaag op. In 2023 ging het om 11,6 procent. Stadswarmte of elektriciteit levert daar de hoofdverwarming. Er vindt dan geen, of slechts een bescheiden, aanvullende gaslevering plaats.
Gebruik betreft de hoeveelheid energie die wordt gebruikt en bespaard. Het totale energieverbruik neemt af en was in 2024 145,2 gigajoule per inwoner. Vergeleken met andere EU-landen is het totale energieverbruik hoog in Nederland. Dit hangt onder andere samen met de aard van de economische activiteiten: Nederland maakt energie-intensieve producten als basismetaal en basischemicaliën, die vervolgens in andere landen in minder energie-intensieve productieprocessen verder worden verwerkt. Een deel van de totale energie die verbruikt wordt komt door wonen. Het energieverbruik van woningen neemt ook af en was 39,5 gigajoule in 2023. Dit is de laagste waarde sinds het begin van de meting in 1995.
De hoeveelheid energie die wordt verbruikt in verhouding tot de omvang van de economie neemt af. Dit komt deels door een verandering van de productiestructuur (verschuiving van maakindustrie naar diensteneconomie). Wanneer energie-intensieve productie naar het buitenland verhuist, kan het zijn dat de productie wordt overgenomen door fabrieken die minder energie-efficiënt zijn dan de Nederlandse. Dit is mondiaal minder gunstig voor de klimaatdoelstellingen van SDG 13 Klimaatactie. Het kan ook zorgen voor minder broeikasgasemissies als er bijvoorbeeld een kortere keten van winning naar productie van eindproducten ontstaat. Daarnaast speelt grotere efficiëntie (bijvoorbeeld door energiebesparing en isolatie) een rol. Wanneer wordt gekeken naar de energie-efficiëntie van specifieke activiteiten in de industrie, transport, huishoudens en dienstverlening (zoals de verwarming van een huis, de productie van een kilo staal of een kilometer rijden met een benzineauto), dan is ook een verbetering te zien. In 2022 verbeterde deze energie-efficiëntie met 2,7 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Uitkomsten betreffen de betaalbaarheid, duurzaamheid en verspilling van energie. Het aandeel hernieuwbare energie neemt toe en steeg in 2023 naar 17,4 procent. Nederland staat daarmee op de 20e plek binnen de EU. Zweden (66,4 procent) loopt binnen de EU ver voor.
Recent is energie fors duurder geworden. Hoewel de overheid huishoudens compenseerde om de gevolgen van de prijsstijging te verzachten, nam het deel dat aangaf niet in staat te zijn de woning voldoende te verwarmen toe tot 7,1 procent in 2023 en 2024. In 2022 was het aandeel van deze huishoudens al meer dan verdubbeld (5,3 procent in 2022 tegen 2,4 in 2021). Het aandeel van het inkomen dat opgaat aan energiekosten is ook toegenomen, van 3,0 procent in 2022 tot 5,2 procent in 2023. Het aandeel van huishoudens met een laag inkomen in combinatie met hoge energierekeningen en/of een niet goed geïsoleerd huis neemt juist af. In 2023 ging het om 4,8 procent van de huishoudens. Een mogelijke verklaring voor de daling van het aandeel energiearme huishoudens is dat de overheid heel gericht energiecompensatie heeft gegeven aan huishoudens met een laag inkomen.
Het aantal stroomstoringen geeft een indicatie van de betrouwbaarheid en leveringszekerheid van elektriciteit. Dit is in Nederland zeer groot. In 2024 hadden huishoudens en zakelijke gebruikers gemiddeld 24 minuten geen stroom als gevolg van storingen. Er zijn overigens wel meer geplande onderbrekingen geweest, als gevolg van grootschalig beheer aan het elektriciteitsnet.
Beleving betreft de tevredenheid met de prijs en beschikbaarheid van energiebronnen. Het deel van de consumenten dat (zeer) tevreden is over de totale dienstverlening van de eigen energieleverancier was 71 procent in 2024. Meer dan de helft (55 procent) van de consumenten was (zeer) tevreden met de prijs van hun energieleverancier.
Relevante links
- Link Dashboard - Green deal