Sociaal kapitaal

Sociaal kapitaal gaat over de kwaliteit van sociale verbanden in de samenleving. Vertrouwen en sterke sociale relaties zijn een randvoorwaarde voor een functionerende samenleving en economie.

  • Vergeleken met andere EU-landen heeft een relatief groot deel van de bevolking vertrouwen in andere mensen en in instituties.
  • Vergeleken met andere EU-landen voelen relatief veel mensen zich gediscrimineerd.
  • Sociale cohesie in de woonbuurt was in 2023 iets minder dan in 2021.

Brede welvaart 'later'

Sociaal kapitaal

66,1%
van de bevolking van 15+ vindt de meeste mensen te vertrouwen in 2024
De langjarige trend is stijgend (stijging brede welvaart)
2e
van 19
in EU
in 2023
Vertrouwen in andere mensen
12,0%
van de bevolking van 15+ ziet zich als lid van een gediscrimineerde groep in 2023
18e
van 19
in EU
in 2023
Discriminatiegevoelens
62,9%
van de bevolking van 15+ heeft (heel veel of tamelijk veel) vertrouwen in 2024
3e
van 19
in EU
in 2023
Vertrouwen in instituties
Brede welvaart 'later'
Thema Indicator Waarde Trend Positie in EU Positie op EU-ranglijst
Sociaal kapitaal Vertrouwen in andere mensen 66,1% van de bevolking van 15+ vindt de meeste mensen te vertrouwen in 2024 stijgend (stijging brede welvaart) 2e van 19 in 2023 bovenste kwart van de ranglijst
Sociaal kapitaal Discriminatiegevoelens 12,0% van de bevolking van 15+ ziet zich als lid van een gediscrimineerde groep in 2023 18e van 19 in 2023 onderste kwart van de ranglijst
Sociaal kapitaal Vertrouwen in instituties 62,9% van de bevolking van 15+ heeft (heel veel of tamelijk veel) vertrouwen in 2024 3e van 19 in 2023 bovenste kwart van de ranglijst

Uitleg dashboard, kleuren en noten

Sommige van de relevante indicatoren voor sociaal kapitaal komen ook aan bod bij thema’s onder brede welvaart ‘hier en nu’. Bij dit thema wordt er gekeken naar de hulpbronnen onderliggend aan sociaal kapitaal die toekomstige generaties nodig hebben om hun brede welvaart vorm te geven. Wanneer de huidige generatie de beschikbare kapitalen uitput of verslechtert, kan de volgende generatie niet een zelfde niveau van brede welvaart ‘hier en nu’ bereiken.

Onderling vertrouwen draagt niet alleen bij aan welzijn maar het is ook nodig voor een functionerende samenleving en daarom belangrijk voor toekomstige generaties. Ongeveer tweederde van de bevolking van 15 jaar en ouder heeft vertrouwen in andere mensen. Dit percentage stijgt en is hoog vergeleken met andere EU-landen. Nederland stond in 2023 op de tweede plaats na Finland. Sociale activiteiten leiden tot onderling vertrouwen. Het deel van de bevolking dat minstens een keer in de week contact heeft met familie, vrienden of buren, is voor het eerst sinds jaren niet meer dalend. Daarnaast verleende een groeiend percentage van de bevolking in haar vrije tijd onbetaald hulp aan anderen buiten het eigen huishouden. Bijna 80 procent van de bevolking is tevreden of zeer tevreden met het sociale leven (SDG 10.1 Sociale samenhang en ongelijkheid). Ook hier is de trend niet langer dalend.

Het vertrouwen in instituties is groot. Het vertrouwen in rechters en de politie is groot en groeit. Het vertrouwen in ambtenaren, de Tweede Kamer, gemeenteraden en de Europese Unie is van 2023 op 2024 toegenomen (SDG 16.1 Veiligheid en vrede en SDG 16.2 Instituties). Internationale cijfers over deugdelijk bestuur (van de Wereldbank) laten zien dat de kwaliteit van de Nederlandse publieke instituties hoog is in vergelijking met andere landen (SDG 16.2).

Relatief veel mensen voelen zich echter gediscrimineerd. In 2023 beschouwde 12 procent van de mensen van 15 jaar en ouder zich als lid van een gediscrimineerde groep. Dit is ongeveer evenveel als in 2020 en het op-een-na hoogste percentage van de 19 EU-landen waarvoor vergelijking mogelijk is. Sociale cohesie in de woonbuurt was in 2023 iets lager dan in 2021 (SDG 11.2 Leefomgeving). In 2023 waardeerden mensen de sociale cohesie met een 6,5 tegenover een 6,6 in 2021. Op de lange termijn is de sociale cohesie vrij constant. Gedeelde normen en waarden bevorderen de sociale cohesie en werken als lijm in de samenleving. In 2024 vond ongeveer 20 procent van de volwassen bevolking dat normen en waarden de goede kant op gaan of gelijk blijven (SDG 10.1 Sociale samenhang en ongelijkheid). Van de overige mensen vond 35 procent dat ze duidelijk de verkeerde kant op gaan en 44 procent dat ze iets meer de verkeerde dan de goede kant op gaan.