Openbare bibliotheken
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft informatie over het aantal bibliotheekorganisaties, collecties, uitleningen, gebruikers en personeels- en exploitatiegegevens.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1999
Status van de cijfers:
De cijfers van 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief vastgesteld.
Wijzigingen per 11 september 2025:
De definitieve cijfers van 2022 en 2023 zijn geplaatst.
De voorlopige cijfers van 2024 zijn toegevoegd.
Wanneer komen de nieuwe cijfers?
In september 2026 verschijnen de voorlopige cijfers over het jaar 2025 en worden de definitieve cijfers over het jaar 2024 geplaatst.
Toelichting onderwerpen
- Aantal openbare bibliotheken
- De cijfers tot en met 2001 bevatten ook de zogenaamde 'volksbibliotheken', en tot en met 2005 zijn ook de provinciale bibliotheek centrales (PBC's) meegeteld. Vanaf 2005 hebben de cijfers betrekking op het totaal van alle openbare bibliotheekorganisaties of ‘basisbibliotheken’. Het gaat hier niet om de afzonderlijke bibliotheekvestigingen.
- Collectie
- Omvat de totale fysieke collectie in eigendom van de bibliotheken, inclusief verhuurd materiaal en specifieke deelcollecties ten behoeve van school-mediatheekdiensten, materiaal voor uitleenposten en dergelijke. Sinds 2016 ook inclusief de boeken in de collectie van aan de bibliotheekorganisatie verbonden vestigingen van de Bibliotheek op school.
De collectie omvat zowel de uitleenbare als de niet-uitleenbare materialen.
Sinds 2006 zijn geen cijfers meer beschikbaar over de omvang van de deelcollectie overig materiaal. Tussen 2006-2022 waren er ook geen cijfers beschikbaar over de omvang van de deelcollectie losse tijdschriften, maar deze zijn in 2023 weer opgenomen.
Collectie is exclusief e-books. Zie voor gegevens daarover de aanvullende tabellenset Landelijke digitale openbare bibliotheek, link staat in de toelichting.- Totaal collectie
- De som van de fysieke deelcollecties boeken, bladmuziek, audiovisuele materialen, losse tijdschriften en overig. Vanaf 2006 exclusief overig materiaal. Tussen 2006-2022 exclusief losse tijdschriften.
In 2024 bestond de totale collectie van alle openbare bibliotheken uit 24,0 miljoen items. Dit is nagenoeg gelijk aan de collectieomvang in 2023. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht boeken meegeteld ten behoeve van school- en mediatheekdiensten, die niet in eigendom waren van de bibliotheekorganisatie. Het betreft hier hoofdzakelijk jeugdboeken. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken gekeken wordt waarbij de collectieomvang in beide jaren correct werd gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, is een kleine toename in de collectieomvang te zien.
- Boeken
- Fysieke boeken, exclusief e-books. Zie voor gegevens daarover de aanvullende tabellenset Landelijke digitale openbare bibliotheek, link staat in de toelichting.
- Totaal boeken
- In 2024 bestond de totale collectie boeken van alle openbare bibliotheken uit 22,5 miljoen items. Dit is nagenoeg gelijk aan de collectieomvang in 2023. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht boeken meegeteld ten behoeve van school- en mediatheekdiensten, die niet in eigendom waren van de bibliotheekorganisatie. Het betreft hier hoofdzakelijk jeugdboeken. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken gekeken wordt waarbij de collectieomvang in beide jaren correct werd gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, is een toename in de collectie boeken te zien.
- Boeken voor volwassenen
- Volwassenen = personen vanaf 18 jaar.
- Totaal boeken volwassenen
- Fictie
- Teksten die hoofdzakelijk voortkomen uit de fantasie van de schrijver. Met name sprookjes, romans, novellen, toneelstukken, poëzie, stripverhalen worden beschouwd als fictie.
- Non-fictie
- Teksten die voornamelijk dienen om informatie over te dragen. Bijvoorbeeld algemene informatieve boeken, woordenboeken, essays en andere opstellen, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen. Ook artikelen in kranten en tijdschriften worden tot de non-fictie gerekend.
- Boeken voor de jeugd
- Jeugd = personen t/m 17 jaar.
- Totaal boeken voor de jeugd
- In 2024 bestond de totale collectie jeugdboeken van alle openbare bibliotheken uit 12,6 miljoen items. Dit is een daling ten opzichte van de collectieomvang in 2023, die 12,9 miljoen jeugdboeken omvatte. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht boeken meegeteld ten behoeve van school- en mediatheekdiensten, die niet in eigendom waren van de bibliotheekorganisatie. Het betreft hier hoofdzakelijk jeugdboeken. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken gekeken wordt waarbij de collectieomvang in beide jaren correct werd gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, is een toename in de collectie jeugdboeken te zien.
- Fictie
- Teksten die hoofdzakelijk voortkomen uit de fantasie van de schrijver. Met name sprookjes, romans, novellen, toneelstukken, poëzie, stripverhalen worden beschouwd als fictie.
- Non-fictie
- Teksten die voornamelijk dienen om informatie over te dragen. Bijvoorbeeld algemene informatieve boeken, woordenboeken, essays en andere opstellen, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen. Ook artikelen in kranten en tijdschriften worden tot de non-fictie gerekend.
- Bladmuziek
- Audiovisuele materialen
- Totaal audiovisuele materialen
- Andere audiovisuele materialen
- Uitleningen
- Dit omvat de totale geregistreerde fysieke uitleningen door de bibliotheken. Exclusief e-books. Sinds 2006 worden uitleningen van overig materiaal niet meer meegenomen. Tussen 2006-2022 werden uitleningen van losse tijdschriften niet meegenomen. Vanaf 2008 is het aantal in de tabel weergegeven uitleningen exclusief verlengingen. Daardoor is het aantal uitleningen in 2008 lager dan in 2007.
- Totaal uitleningen
- De som van de fysieke uitleningen van boeken, bladmuziek en audiovisuele materialen, losse tijdschriften en overig. Sinds 2006 worden uitleningen van overig materiaal niet meer meegenomen. Tussen 2006-2022 werden uitleningen van losse tijdschriften niet meegenomen.
Het aantal uitleningen is exclusief de uitlening van e-books. Zie voor cijfers daarover de aanvullende tabellenset Landelijke digitale openbare bibliotheek, link staat in de toelichting.
In 2024 werden in totaal 54,3 miljoen fysieke materialen uitgeleend. In 2023 waren dit er 56,9 miljoen. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht ook uitleningen meegeteld van boeken die in eigendom waren van scholen, en niet van de bibliotheekorganisatie. Het betreft hier hoofdzakelijk jeugdboeken. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken gekeken wordt waarbij de uitleningen correct werden gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, was de daling in het aantal uitleningen van fysieke materialen iets kleiner.
- Boeken
- Totaal uitgeleende boeken
- In 2024 werden in totaal 51,5 miljoen fysieke boeken uitgeleend. In 2023 waren dit er 53,7 miljoen. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht ook uitleningen meegeteld van boeken die in eigendom waren van scholen, en niet van de bibliotheekorganisatie. Het betreft hier hoofdzakelijk jeugdboeken. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken gekeken wordt waarbij de uitleningen correct werden gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, was de daling in het aantal uitleningen van fysieke materialen iets kleiner.
- Boeken voor volwassenen
- Volwassenen = personen vanaf 18 jaar.
- Totaal boeken voor volwassenen
- Fictie
- Teksten die hoofdzakelijk voortkomen uit de fantasie van de schrijver. Met name sprookjes, romans, novellen, toneelstukken, poëzie, stripverhalen worden beschouwd als fictie.
- Non-fictie
- Teksten die voornamelijk dienen om informatie over te dragen. Bijvoorbeeld algemene informatieve boeken, woordenboeken, essays en andere opstellen, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen. Ook artikelen in kranten en tijdschriften worden tot de non-fictie gerekend.
- Boeken voor de jeugd
- Jeugd = personen t/m 17 jaar.
In 2024 werden in totaal 30,8 miljoen fysieke jeugdboeken uitgeleend. In 2023 waren dat er 32,5 miljoen. In de cijfers over 2023 en voorgaande jaren zijn bij een aantal bibliotheken onterecht ook uitleningen meegeteld van boeken die in eigendom waren van scholen, en niet van de bibliotheekorganisatie. Wanneer uitsluitend naar de groep van 114 bibliotheken wordt gekeken waarbij de uitleningen correct werden gerapporteerd en waarbij een vergelijking tussen 2023 en 2024 mogelijk is, daalde het aantal uitleningen nog steeds, maar iets minder sterk.- Totaal boeken voor de jeugd
- Fictie
- Teksten die hoofdzakelijk voortkomen uit de fantasie van de schrijver. Met name sprookjes, romans, novellen, toneelstukken, poëzie, stripverhalen worden beschouwd als fictie.
- Non-fictie
- Teksten die voornamelijk dienen om informatie over te dragen. Bijvoorbeeld algemene informatieve boeken, woordenboeken, essays en andere opstellen, wetenschappelijke werken, studieboeken en reisgidsen. Ook artikelen in kranten en tijdschriften worden tot de non-fictie gerekend.
- Ingeschreven gebruikers
- Dit zijn de persoonlijk geregistreerde lidmaatschappen, inclusief lidmaatschappen van de bibliobus en Bibliotheek aan Huis. Het gaat hierbij om lidmaatschappen die het mogelijk maken fysieke materialen te lenen. Niet meegeteld worden: collectieve lidmaatschappen van bv scholen, tehuizen en dergelijke, proefabonnementen en/of overige vaste uitleenpunten
- Totaal ingeschreven gebruikers
- Jeugd
- Jeugd = personen t/m 17 jaar.
- Volwassenen
- Volwassenen = personen vanaf 18 jaar. Sinds 2022 ook inclusief gebruikers van wie de leeftijd onbekend is.
- Personeel
- Personeel in loondienst, overig bezoldigd personeel niet in loondienst en vrijwilligers. Een volle werkweek betreft 36 uur volgens de CAO voor bibliotheken. Over 2004 en 2005 zijn geen cijfers beschikbaar vanwege de geringe kwaliteit van het aangeleverde datamateriaal op dit punt. Met ingang van 2006 zijn uitsluitend cijfers beschikbaar over het totaal van het personeel in loondienst. Vanwege de geringe kwaliteit van het aangeleverde datamateriaal zijn geen cijfers opgenomen met betrekking tot personeel dat niet in loondienst is.
- Totaal bezoldigd personeel
- Totaal personeel in loondienst en overige bezoldigd personeel niet in loondienst.
- Aantal fulltimers
- Fulltimers hebben een volledige weektaak en bezetten daarmee een volledige arbeidsplaats. Een volle werkweek betreft 36 uur volgens de CAO voor bibliotheken.
- Aantal parttimers
- Personeelsleden die geen volledige arbeidsplaats bezetten. Een volle werkweek betreft 36 uur volgens de CAO voor bibliotheken.
- Totaal arbeidsjaren
- Een arbeidsjaar is een maat voor het arbeidsvolume die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) in een jaar om te rekenen naar voltijdequivalenten (vte).
Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op. Het voltijdequivalent van een baan van een werknemer wordt bepaald door de overeengekomen jaarlijkse arbeidsduur te delen door de overeengekomen jaarlijkse arbeidsduur die bij een voltijdbaan in de
betreffende bedrijfstak behoort.
- Vrijwilligers
- Totaal personen
- Exploitatie
- Het geheel van baten en lasten, exclusief onttrekking en toevoeging aan de reserve en exclusief saldi.
- Baten
- Exclusief onttrekkingen aan reserves, negatieve saldi. Tot en met 2005 was dit inclusief de ontvangsten van provinciale bibliotheek centrales (PBC's) voor de verleende diensten aan aangesloten openbare bibliotheken (AOB's) en zelfstandige openbare bibliotheken (ZOB's). Tot en met 2003 was dit ook inclusief de inkomsten van de PBC’s voor het uitlenen van personeel in loondienst aan de AOB's en ZOB's. Vanaf 2004 wordt dit personeel echter beschouwd als personeel in loondienst bij laatstgenoemde bibliotheken. Daardoor komt vanaf 2004 de post Doorberekende personeelskosten niet meer voor. NB. Tot en met 2003 kwamen de lasten voor het genoemde personeel zowel in de post 'Personeel in loondienst'(bij de PBC's) voor, als bij de post 'Personeel niet in loondienst'(bij de bibliotheken). Vanaf 2004 komen de lasten nu alleen nog voor bij de post 'Personeel in loondienst'.
- Totaal baten
- Inkomsten gebruikers
- Inkomsten door abonnementsgelden, leengelden en dergelijke van ingeschreven gebruikers.
- Inkomsten mobiele diensten
- Inkomsten door bibliobussen.
- Subsidies en bijdragen
- Totaal subsidies en bijdragen
- Baten in verband met doorberekening
- Inkomsten uit diensten (exclusief mobiele diensten) die niet tot de basisfuncties van lokale bibliotheken horen (bijv. activiteiten, de bibliotheek op school, verhuur van ruimtes).
Tot 2004 waren dit de ontvangsten van de provinciale bibliotheekcentrales (PBC's) voor de verleende diensten aan aangesloten openbare bibliotheken (AOB's) en zelfstandige openbare bibliotheken (ZOB's). Tot en met 2003 inclusief de inkomsten van de PBC’s voor het uitlenen van personeel in loondienst aan de AOB's en ZOB's. Vanaf 2004 echter wordt dit personeel beschouwd als personeel in loondienst bij laatstgenoemde bibliotheken. Daardoor komt vanaf 2004 de post Doorberekende personeelskosten niet meer voor. Eveneens met ingang van 2004 worden de resterende overige doorberekende kosten niet meer uitgesplitst. Volstaan wordt met een totaal van de doorberekende kosten.- Totaal baten doorberekening
- Inkomsten uit diensten (exclusief mobiele diensten) die niet tot de basisfuncties van lokale bibliotheken horen (bijv. activiteiten, de bibliotheek op school, verhuur van ruimtes).
Tot 2004 waren dit de ontvangsten van de provinciale bibliotheekcentrales (PBC's) voor de verleende diensten aan aangesloten openbare bibliotheken (AOB's) en zelfstandige openbare bibliotheken (ZOB's). Tot en met 2003 inclusief de inkomsten van de PBC’s voor het uitlenen van personeel in loondienst aan de AOB's en ZOB's. Vanaf 2004 echter wordt dit personeel beschouwd als personeel in loondienst bij laatstgenoemde bibliotheken. Daardoor komt vanaf 2004 de post Doorberekende personeelskosten niet meer voor. Eveneens met ingang van 2004 worden de resterende overige doorberekende kosten niet meer uitgesplitst. Volstaan wordt met een totaal van de doorberekende kosten.
- Ontvangen rente
- Overige baten
- Lasten
- Exclusief toevoegingen aan reserves, positieve saldi. Tot en met 2005 was dit inclusief de betalingen van aangesloten openbare bibliotheken (AOB's) en zelfstandige openbare bibliotheken (ZOB's) aan provinciale bibliotheek centrales (PBC's) voor verleende diensten. Tot en met 2003 werd tot de lasten ook gerekend de betaling van de AOB's en ZOB's aan de PBC's voor personeel dat door de PBC's aan deze bibliotheken werd uitgeleend. Deze betaling was opgenomen in de lastenpost 'Personeel niet in loondienst'. Vanaf 2004 echter wordt het personeel dat feitelijk in loondienst is bij PBC's, maar tegen betaling uitgeleend wordt aan bibliotheken, beschouwd als personeel in loondienst bij laatstgenoemde bibliotheken. Daardoor komt vanaf 2004 dit personeel niet meer voor in de post 'Personeel niet in loondienst'. NB. Tot en met 2003 kwamen de lasten voor het genoemde personeel dus zowel in de post 'Personeel in loondienst' (bij de PBC's) voor, als bij de post 'Personeel niet in loondienst' (bij de bibliotheken). Daar stond tegenover dat deze kosten weer als baten bij de PBC's werd meegeteld. Vanaf 2004 komen de lasten nu alleen nog voor bij de post 'Personeel in loondienst', zonder dat daar baten tegenover staan.
- Totaal lasten
- Huisvestingskosten
- Tot en met 2003 exclusief hypotheekrente en afschrijvingen ten behoeve van gebouwen. Vanaf 2004 inclusief hypotheekrente en afschrijvingen ten behoeve van gebouwen.
- Personeel in loondienst
- Personeel niet in loondienst
- Tot en met 2003 werd tot de lasten ook gerekend de betaling van de AOB's en ZOB's aan de PBC's voor personeel dat door de PBC's aan deze bibliotheken werd uitgeleend. Deze betaling was opgenomen in de lastenpost 'Personeel niet in loondienst'. Vanaf 2004 echter wordt het personeel dat feitelijk in loondienst is bij PBC's, maar tegen betaling uitgeleend wordt aan bibliotheken, beschouwd als personeel in loondienst bij laatstgenoemde bibliotheken. Daardoor komt vanaf 2004 dit personeel niet meer voor in de post 'Personeel niet in loondienst'.
- Administratie en automatisering
- Mediakosten
- Betaalde rente
- Tot en met 2003 inclusief hypotheekrente.
Met ingang van 2004 zijn de rentebetalingen en afschrijvingen opgenomen bij de lastenposten waarop deze betrekking hebben.
- Afschrijvingen
- Tot en met 2003 inclusief afschrijvingen ten behoeve van gebouwen.
Met ingang van 2004 zijn de rentebetalingen en afschrijvingen opgenomen bij de lastenposten waarop deze betrekking hebben.
- Overige lasten
- Bestuurs- en organisatiekosten, transportkosten, verzekeringen, buitengewone lasten en dergelijke.